In de vroege zomer van 1905 benaderden vertegenwoordigers van de Sociaal-Revolutionaire Partij Krasilnikov en Elkonen de Letse politieke emigrant die aan de rand van Londen woonde, kapitein Žanis Trautman, met het voorstel om een stoomboot met een lading wapens naar de kust van Rusland te begeleiden. Na een bemanning van oude en ervaren kameraden te hebben gerekruteerd, veranderde Trautman de bemanning van een Engels vrachtschip dat door boegbeelden was gekocht. Tijdens de woordenwisseling die bij deze gelegenheid ontstond, werd een matroos van het oude team, David Blake, neergestoken. De gewonde Blake en de dierenarts Gruber, die de zending miltvuurmedicijnen begeleidden, worden gedwongen van boord van het schip te gaan. Op volle zee werden wapens en explosieven aan boord van het schip geladen. De stoomboot zette koers naar de Straat van Öresund, waar het zou worden opgewacht door een verbindingsofficier.
Student Erik Lanshof, gespeeld door Rutger Hauer, is in 1939 aanvankelijk onbezorgd over de toekomst. De ellende in de wereld gaat aan hem en zijn mede-studenten voorbij. Als op 10 mei 1940 in Nederland de oorlog uitbreekt, vlucht de avontuurlijke Erik naar Engeland, waar hij zich aansluit bij het verzet. In Londen zetelt inmiddels ook de Nederlandse regering. Ver weg van de werkelijkheid in eigen land, dringt de ernst van de Duitse onderdrukking nauwelijks tot hen door. Voor Erik is dit de reden om over te gaan tot actie. Zich bewust van de noodzaak om in Nederland een nieuw inlichtingennet op te zetten, brengt hij hiervoor geheimagenten met zendinstallaties aan land. Daarnaast krijgt hij van Koningin Wilhelmina de opdracht belangrijke politici en militairen veilig over te brengen naar Londen. Als Nederland in mei 1945 eindelijk wordt bevrijd, blijken slechts enkele vrienden van de groep uit 1939 het einde van de oorlog te hebben gehaald.