Jaar 1958. Begoña Montes vlucht door het bos met de kleine Julia, haar stiefdochter. Begoña is de nieuwe vrouw van Jesús de la Reina, de gouden weduwnaar van de regio, eigenaar van een belangrijk bedrijf in toiletartikelen, Perfumerías de la Reina. Begoña rent met het meisje mee, wanneer Jezus hen vangt en in koelen bloede neerschiet. Heeft hij Begoña pijn gedaan? Wat gebeurde er toen Jezus zijn verstand verloor en zijn eigen vrouw neerschoot?
Toen hij een klein kind was, verloor Halil İbrahim zijn vader als gevolg van een bloedwraak en werd verbannen naar Istanbul. Twintig jaar later keert hij als knappe, krachtige jongeman terug naar zijn thuisland in de regio Karadeniz. Hij is van plan te trouwen met het meisje van wie hij houdt, Yasemin, en een nieuw leven te beginnen. De gebeurtenissen laten dit echter niet toe. Halil İbrahim begint aan een reis vol wraak en zijn leven zal compleet veranderen als hij Zeynep van de familie Leto tegenkomt.