Een erfenis van miljoenen brengt de vrolijke Charlô en haar slechtgehumeurde neef Otávio dichterbij dan ze ooit hadden verwacht. De erfenis, waaronder een landhuis en een keten van kledingwinkels, bepaalt dat de bezittingen in de familie blijven. En aangezien niemand bereid is zijn aandeel op te geven, besluiten ze het landhuis en het bedrijf te delen, ondanks de dodelijke haat die ze voor elkaar koesteren. Charlô's geadopteerde zoon Felipe raakt ook verstrikt in de situatie. Hij keert zich echter tegen zijn moeder en wordt de rechterhand van Otávio bij het bedrijf.
Merel de Ridder wil graag een baantje, en ziet een advertentie in de krant staan voor een stalhulp op manege 'De Paardenhoeve'. Omdat Merel paarden helemaal geweldig vind, wil ze dit baantje heel graag, maar haar vader, Tijs, verbiedt Merel om daar te gaan werken. Sinds de dood van Merel's moeder, haat Tijs paarden, en moet hij niets van die beesten weten. Eerst twijfelt Merel, maar uiteindelijk gaat ze toch naar die manege toe om te solliciteren. Ze wordt aangenomen, maar haar vader mag hier niets van te weten komen, want dan kan Merel het wel vergeten.