In het Limburg van de 18e eeuw leeftHillege als veertien-jarige zoon van arme boer De Gruyter en boerin Koek. Zijn familie wordt net als de rest van het dorp uitgebuit door gewetenloze schout Metsers. Hillege's zusje Sparnaay is doodziek en moet naar de zuivere lucht van de Alpen. In samenwerking met pastoor Brauss steelt Hillege het belastinggoud uit de kluis van de kerk, om hiermee zijn zusjes reis naar de 'witte bergen' te kunnen betalen. Maar niet alleen hij heeft iets aan dat goud. De ondergrondse Bokkerijdersbende wil het ook wel hebben. De Bokkerijders zijn nobele struikrovers, die net als Robin Hood het gestolen geld aan de armen geven. Na aardig wat verwikkelingen komen Hillege en de Bokkerijders tot elkaar en nemen zij het samen op tegen de uitbuiters van Limburg.
Campus 12 vertelt het verhaal van stoere bokser Noah De Smidt die op zoek gaat naar zijn tweelingzus Bo De Smidt die van de ene op de andere dag van de aardbodem verdwenen lijkt. Het wordt nog gekker wanneer blijkt dat Noah de enige is die zich zijn zus nog kan herinneren. Het lijkt alsof ze nooit bestaan heeft. Er is echter nog één iemand met herinneringen aan Bo: Sam. Sam is lid van dezelfde boksclub als Noah. Hoewel ze elkaars tegenpolen zijn, kunnen ze niet anders dan samen op zoek gaan.
Buck gaat over een jongen die Elias heet. Elias is een onopvallende en onzekere puber die zich het liefst van al terugtrekt op zijn kamer. De plek waar niemand hem stoort en waar hij zijn favoriete computerspel kan spelen.